Speech burgemeester Scheepers tijdens Dodenherdenking 4 mei
Wie vandaag luistert naar de wereld om ons heen, hoort echo’s uit een tijd waarvan we hoopten dat die voorgoed voorbij was.

Geachte aanwezigen,
Dat we hier vandaag samenkomen is veelzeggend. Onze aanwezigheid is een daad. Een stil protest tegen vergetelheid. En tegelijk een blijk van diep respect. Voor wie vielen, voor wie vochten, voor wie hun leven gaven voor onze vrijheid, voor onze rechten, voor de toekomst die wij nu leven.
We herdenken hen met eerbied. In stilte. Maar ook met woorden. Want herdenken is niet slechts stilstaan bij het verleden. Het is óók een opdracht voor het heden. En een belofte aan de toekomst.
Vandaag buigen we ons hoofd uit respect, maar morgen richten we het weer op, met de verantwoordelijkheid die uit herinnering voortkomt.
Want het verleden is nooit alleen verleden. Wie vandaag luistert naar de wereld om ons heen, hoort echo’s uit een tijd waarvan we hoopten dat die voorgoed voorbij was.
Dit jaar herdenken én vieren we dat het tachtig jaar geleden is dat de Tweede Wereldoorlog in Nederland tot een einde kwam. Een jubileum. Vrijwel een mensenleven lang leven we al in vrede en veiligheid. Dat voelt vanzelfsprekend, maar dat is het niet. Vrede is nooit om niet geweest. Het heeft levens gekost. Hun namen, hun verhalen – we dragen ze mee. Want zij stierven niet zomaar. Zij stierven voor ons. Voor wat wij nu zo achteloos ‘normaal’ noemen. Maar hoe normaal is het eigenlijk dat wij hier al tachtig jaar geen oorlog kennen? We zijn het ‘normaal’ gaan vinden. Maar wie de geschiedenis kent en de actualiteiten bijhoudt, weet dat een periode van tachtig jaar zonder oorlog, zonder bloedvergieten heel bijzonder is.We leven in een tijd waarin de democratische rechtsstaat onder druk staat. Waarin vrijheid en vrede geen vanzelfsprekendheden meer zijn. Waarin oude vijandsbeelden weer tot leven komen. Beelden die we nog kennen uit de Koude Oorlog, uit de verhalen van onze ouders en grootouders. Uit de films van James Bond, waarin de slechterik altijd Russisch sprak, een geheim wapen bezat, en de wereldorde wilde ontwrichten.
We dachten dat het allemaal achter ons lag. Dat we een nieuwe tijd waren binnengegaan – van voorspoed, van veiligheid, van groei. Alsof de geschiedenis haar eindpunt had bereikt. Maar nu weten we: dat was een illusie. De geschiedenis is springlevend. En soms, helaas, angstaanjagend actueel.De oorlog in Oekraïne, de spanningen in het Midden-Oosten, de dreiging van cyberaanvallen – ze raken ons. Niet alleen op het wereldtoneel, maar ook hier. In Simpelveld. Waar we dachten dat we ver van alles af stonden, voelen we nu hoe dichtbij onrust kan komen. De wereld klopt niet meer voorzichtig op onze deur – ze beukt erop.
En in die realiteit moeten we ons niet laten verlammen door angst, maar juist wakker blijven. Waakzaam. Weerbaar. Samen.Daarom is deze herdenking belangrijker dan ooit. Omdat ze ons verbindt. Niet alleen met de mensen die we herdenken, maar ook met elkaar. In een tijd van verwarring biedt de herdenking richting. In een tijd van verdeeldheid, brengt ze verbinding. En in een tijd waarin zoveel op het spel staat, herinnert ze ons aan wat echt telt.
Zoals ik eerder op Koningsdag zei, is Simpelveld een speelse gemeente. Een gemeenschap waar het samenspel tussen mensen zichtbaar is in verenigingen, in fanfares, op sportvelden, in buurthuizen. Waar mensen zich inzetten, vrijwillig, uit betrokkenheid. Dat samenspel is onze kracht. Maar het is ook onze verantwoordelijkheid. Want juist in een speelse gemeenschap zie je wat er op het spel staat als vertrouwen verdwijnt. Als polarisatie de overhand krijgt. Als ‘wij’ tegenover ‘zij’ komt te staan.
Er stáát veel op het spel.
Onze democratie. Onze rechtsstaat. Onze vrijheid. Ze zijn niet onaantastbaar. Ze hebben vijanden – van buiten, maar ook van binnen. Leiders die de democratie als hinderpaal zien. Die de rechterlijke macht willen verzwakken. Die de vrije pers als vijand bestempelen. We zien het gebeuren – in Amerika, waar Donald Trump de fundamenten van de rechtsstaat op z’n zachtst gezegd laat trillen. En elders, waar autocratie zich vermomt als daadkracht. Onze gekoesterde democratie staat onder druk.
De democratie heeft medestanders nodig. Meer nog: strijders. Mensen die haar verdedigen. Die de moeite nemen om te begrijpen, om op te staan, om hun stem te laten horen. Niet met geweld, maar met overtuiging. Niet met haat, maar met hoop.
Vanuit mijn rol in de veiligheidsregio zie ik gelukkig dat we niet machteloos zijn. Integendeel. Tijdens de bijeenkomst die we eerder dit jaar organiseerden, samen met collega Hillenaar uit Maastricht, werd duidelijk hoe sterk we zijn als we samenwerken. Niet vanuit paniek, maar vanuit plichtsbesef. Niet om muren te bouwen, maar om weerbaarheid te kweken.En dat begint hier. In Simpelveld. In onze straat, in onze school, op onze markt, in onze raadzaal. In hoe we met elkaar omgaan. Of we blijven praten, blijven luisteren, blijven spelen. Blijven lachen, met dat typische Zuid-Limburgse gevoel voor 't Gemuutlige – dat wat maakt dat we ons thuis voelen, samen, ongeacht verschillen.
De onlangs overleden paus Franciscus herinnerde ons eraan dat de grootste bedreiging misschien wel de "globalisering van de onverschilligheid" is. Maar laat dat juist zijn wat we in Simpelveld niet willen – en niet zullen toestaan. Hier heerst geen onverschilligheid. Hier voelen we ons juist betrokken. Betrokken op onze buren, onze dorpsgenoten. Maar ook op mensen die verder weg leven, wier namen we niet kennen, maar wiens lijden we niet onverschillig kunnen laten. Mensen op de vlucht, mensen zonder stem, mensen die hopen op een teken van solidariteit.
Ook de doden die vandaag vallen – in Gaza, in Oekraïne, op talloze andere plekken waar conflict en geweld het leven ontwrichten – mogen we niet wegdenken. Zij hebben recht op onze aandacht. Op onze stilte. Op een plaats in ons hart. Want lijden houdt zich niet aan grenzen. En medemenselijkheid evenmin.
Onverschilligheid is het slechtste wat ons als gemeenschap, als land kan overkomen. Dat is de ware vijand. Wij kiezen een ander pad. Wij trekken ons het lot van de ander aan. Ieder mens is een doel op zichzelf. Ieder mens verdient welgemeende aandacht en zorg. Betrokkenheid is geen ver-van-mijn-bed-show, maar een verbinding van hart tot hart. En ze wordt tastbaar in hoe we elkaar begroeten, helpen, kennen. Ze reikt verder dan woorden. Ze leeft in daden. In onze dagelijkse omgang met elkaar, in de kleine gebaren die grote betekenis krijgen.
Betrokkenheid is de kurk waar de democratie op drijft. En die betrokkenheid vergt actie, kennis en nieuwsgierigheid naar het andere, het vreemde, het onbekende. Ik kan niet genoeg benadrukken hoe belangrijk onderwijs – en meer specifiek: geschiedenisonderwijs – hierin is. Wie zijn geschiedenis kent, staat sterker in het heden. Zeker in een regio als de onze, met landsgrenzen om ons heen, is het van belang om de geschiedenis – die hier fysieke en mentale sporen heeft achtergelaten – te kennen. Niet alleen omdat het leerzaam is, maar omdat het een moreel kompas biedt.
Herdenken is niet enkel een ritueel. Het is meer dan dat. Het is iets wat verankerd ligt in onze aard. In onze omgang met elkaar. In onze waarden. Maar op deze dag, op Dodenherdenking, staan we er expliciet bij stil. In gepaste stilte. Met aandacht. Met respect. En met de bereidheid om die herinnering om te zetten in verantwoordelijkheid.
Het vergt beschaving om de doden te herdenken. Om ruimte te maken voor stilte, voor verhaal, voor herinnering. En het vergt moed om daaruit conclusies te trekken. Om jezelf af te vragen: waar sta ik? Wat laat ik toe? Wat is mijn rol in dit grotere geheel?
Herdenken is een werkwoord. Iets wat je doet, wat je beleeft, wat je deelt. Vandaag, met elkaar. Morgen, opnieuw. En elke dag erna, als we keuzes maken die ertoe doen.
Geachte aanwezigen, laten we de band die ons hier samenbrengt koesteren. Een band met het verleden, maar ook met het heden. Een keten van solidariteit, van medemenselijkheid, van herinnering.Laten we niet vergeten wat de mensen die we herdenken hebben gegeven. En waarvoor ze dat deden. Voor ons. Voor wat wij nu hebben. En voor wat we nooit zonder slag of stoot mogen opgeven.
En laten we, ook in ernst en stilte, nooit vergeten dat het spel en het speelse onze kracht blijft. Want juist in het spelen – in het samenspel – tonen we onze menselijkheid, onze verbondenheid, onze veerkracht. En misschien wel onze mooiste vorm van verzet.Dank u wel.
Susanne Scheepers
burgemeester van Simpelveld